toneel
alje • 17 april 2021
Voordat Nyx zich over mij ontfermde, stelde ik mijzelf voor als treiteraar, troubadour, theater- en professioneel praatjesmaker maar sinds de overtocht denk ik toch anders over de dingen die ik doe. Allereerst heb ik geen professie meer. Ik zou niet weten welk etiket mensen nu nog op mij willen plakken. Maar misschien komt dat nog ooit en ben ik tevreden met de term van bodemopbouwwerker, gespecialiseerd in herstelwerk. Ik kom hier op omdat ik gisteren op de A4 achter een besteelbus reed van een firma met deze tekst. Ik dacht terug aan het begin van mijn carrière toen er nog jeugdopbouwwerkers waren. Wie durft of kan nu nog zeggen dat zhij jeugdopbouwwerker is (geweest) na de Grote Afbraak van het Sociaal Werk dat ergens begin jaren tachtig begon? Mijn gedachten gaan naar een aantal jaren geleden. Mijn bek viel open toen ik de toenmalige wethouder van 020 hoorde spreken over het stopzetten van hulp aan mensen die geen perspectief hadden op de arbeidsmarkt. Een bedding bieden voor de zwakkeren veranderde in een houding van bedingen en afkeren. En dan te bedenken dat ik eens de poster met haar boven mijn bed had hangen. Wat was ze mooi.
Vlak bij het strand parkeer ik de groene Soes voor een rij huizen uit de jaren twintig van de 20e eeuw. Amsterdamse stijl maar dan Haags. Een brede gang die vast een vestibule heet, een slanke vitale vrouw van begin 70 doet mij open. Te slank om onoprecht te zijn. We gaan naar boven waar de aanstichter van dit gesprek op ons wacht. Geen plichtplegingen, alleen een plasje na zo’n lange rit. De man is jarenlang directeur P&O geweest van een grote GGZ instelling en heeft ternauwernood negen fusieprocessen overleefd. Een man met humor. Doorleefd verdriet. Ik vind het fijn hem te zien na de bijzonder grappige telefonische gesprekken. Over Waslijn en de initiatieven en pogingen van mensen binnen de overbelaste organisatie om binnen al die regelgeving er het beste van te maken. Het gesprek gaat al snel over bejegening en afstomping. Over hoofdbonken en epilepsie zien als een signaal van verbetering? Zijn we nou allemaal gek geworden? Misschien is jezelf af- of opsluiten van je diepste drijfveren wel iets dat moet in een organisatie die te veel eist en te weinig ruimte biedt voor leegte?
Op de terugweg ga ik in Scheveningen nog even langs bij mijn oude vriend Peter die ik vandaag voor het eerst ontmoet. Ramses leeft in deze zonderlinge oude ziel in wie ik mij in minder dan geen tijd herken. We praten over onze omzwervingen. Hij leest zijn gedichten voor, vertelt mij zijn diepste gedachten en zelfs datgene dat aan niemand nog bekend is. Ik vertel mijn geschreven schervenverhalen, lees voor uit het boek dat ik hem zojuist heb gegeven. Hoe dichtbij mag ik komen? Hoe dichtbij laat ik hem komen? Grenzen vallen weg. We hebben het over nigredo, het diepgaande proces van verrotten, verduisteren en loutering. En over slangenmuren, de magie van sprekende ezels en de engel met het scherpe zwaard. Een oude lijn wordt opgepakt. Een lijn die verder gaat dan dit leven maar nooit verder zal gaan dan nu.