Rondje Jaap en Ada
Wat is kunst en wat niet? Wat is liefde en wat niet? Wat is levenskunst en wat niet? Wat is liefdeskunst en wat niet? Zijn daar criteria voor, is er een voor ieder geldend houvast? Ik zie dure dingen, mensen, soms bizar en choquerend, soms voor mij van grote waarde, soms voor mij volstrekt waardeloos. Soms verbaast het mij dat er mensen zijn die inlegkruisjes en gebruikte tampons of menselijke uitwerpselen verwerkt in kunst, mooi en betekenisvol kunnen vinden. Ik vind het niks en schijt er op. De pindakaasvloer van Wim T. Schippers of zijn stoel bekleed met bami uit blik en een tafel met doperwtjes vond ik daarentegen prachtig. Net als zijn theatervoorstelling met twee honden waarin niets maar dan ook helemaal niets gebeurt, behalve dan in mijzelf. Wat moet ik hier in godesnaam mee? Voor Schippers, Ernie voor mijn kinderen, moet of hoeft er helemaal niks mee omdat alles zonder zin, volmaakt onzinnig is. Bert Bert, word eens wakker Bert.
In de Turfkelder ontvangen en turven, wat moet je anders in een turfkelder, Marijke en ik gasten die soms van heinde en verre komen. Er hangen van alle deelnemende kunstenaars kunstwerken waarvan sommige als een magneet op mij werken, soms aantrekkend, andere stoten mij af of doen mij helemaal niks. Grappig dat dat vaak de schilderijen zijn waar de meeste bezoekers langer bij stil staan. Kunstbeleving heeft iets dubbels, roept oordelen op die in ieder geval iets zeggen over de waarnemer, vaak veel meer dan het waargenomene. Vraag mij waarom het werk van Gert mij soms op de lachspieren werkt en mij een andere keer verwondert? Wat of wie wordt aangesproken als ik naar het troostende werk van Corrie kijk of mij laat raken door de bijzondere beelden van Lon? Of de alledaagse portretten van Maaike die mij soms verdrieten en soms opstandig maken of doen verlangen naar daar en dan. Kunst overstijgt. Kunst laat zien, onthult wat verborgen was: een vierde dimensie waar wij anders misschien aan voorbij zouden gaan. Kunst raakt gevoelige snaren, soms hemels dan weer hels, en confronteert mij vooral met mijzelf. Soms gaat er een deurtje open, soms slaat die dicht.
Iedereen kent de uitspraak van Paul Klee wel: Kunst geeft niet het zichtbare wéér, ze máákt zichtbaar. Het wezenlijke is dat het iets in trilling brengt, een sfeertje creëert dat er daarvoor niet was. 1+1= 11.
En dan komen ze binnen, het verzorgde echtpaar uit Voorthuizen, Ada en Jaap. Als ik hun namen snel achter elkaar uitspreek, klinkt het als Abracadabra. Iedereen die kind is geweest, herinnert zich wellicht nog die toverspreuk die gevolgd werd door Hocus Pocus Pilatus Pas. We raken met elkaar in gesprek dat al snel de diepte in gaat als Jaap vertelt over het woord dat hij op de wasknijper heeft geschreven: De Verwondering. En hij vertelt over de bron van hun liefde, hun diepe wonden na het overlijden van hun echtgenoten die elkaar al bijna hun hele leven hebben gekend. Ze overleden in 2016 en 2017 vlak na elkaar na een lange lijdensweg. Ik word diep ontroerd als Ada haar trouwring laat zien en vertelt over het mysterie van leven en dood. Jaap leest de ondertitel van mijn boek Waslijn: verlies is de draad die door ieders leven gaat. Vreugde is onze kern. Het zou onze tekst kunnen zijn, zegt Jaap en hij vindt beaming in de ogen van Ada, zijn huidige vrouw die ontroerd vertelt dat haar woord op de knijper ‘vieren’ zou zijn. Van wond naar wonder. Van verwarring naar verwondering. Een groot mysterie. Hun religieuze achtergrond en beleving van dat wat onbevattelijk is, ligt vlak bij kunstbeleving. Op beide vlakken vind je eenzelfde dynamiek én dezelfde karikaturen tegen in overgave en strijd en het overstijgende, een soms sublieme aanwezigheid. En de één noemt die God, de ander Allah, de ander het Groot Mysterie. Wie het weet, mag het zeggen.
Op het gevaar af dat ik mij weer verlies in het gebruiken van te veel woorden, ga ik toch nog even door. Ik kan later alsnog mijn woorden gaan beitelen en schaven. De puntzetter in mij wil nog even aan het woord komen en wijst mij op Erich Fromm die vijftig jaar geleden een prachtige beschouwing heeft geschreven over de liefde: Liefhebben, een kunst, een kunde. In dit boek beschrijft hij bijzonder boeiend over liefde als kunst, een gevoel dat we allemaal kunnen ervaren, maar dat zorg vereist om behouden te worden. “De eerste stap die we moeten zettem, iss omns ervan bewust worden dat de liefde een kunst is, net zoals het leven een kunst is; als we willen leren liefhebben, dan moeten we op dezelfde manier te werk gaan als dat we te werk gaan wanneer we welke andere kunst ook willen leren, laten we zeggen muziek, schilderen, houtbewerking, of de geneeskunst of ingenieursschap, “schrijft Fromm. En even verder: “kinderlijke liefde volgt het principe: ’Ik heb lief omdat anderen mij liefhebben. ’Volwassen liefde volgt het principe: ‘Anderen hebben mij lief omdat ik liefheb. ’Onvolwassen liefde zegt: ’Ik heb je lief omdat ik je nodig heb. ’Volwassen liefde zegt: ’Ik heb je nodig omdat ik je liefheb.’